Sinds enkele dagen zijn de deuren van Paleis Noordeinde open voor publiek. De openstelling van het werkpaleis van de koning wordt door de Rijksvoorlichtingsdienst gebracht als een ruimhartige geste naar het Nederlandse volk. Feit is echter dat het paleis betaald, onderhouden en beveiligd wordt door belastinggeld.
De koninklijke familie maakt al sinds 1795 gebruik van paleis Noordeinde zonder daarvan eigenaar te zijn. Dat na ruim twee eeuwen gebruiksrecht nu kortstondig de deuren opengaan voor geïnteresseerden, is geen geste, maar een sigaar uit eigen doos. De werkelijke geste is omgekeerd: het Nederlandse volk opent al ruim tweehonderd jaar de deuren van het paleis voor de koninklijke familie, zonder dat die een bijdrage levert aan een goed functionerende democratie in Nederland.
In tegendeel zelfs; de monarchie is door het stokoude systeem van erfopvolging de zwakste schakel in de Nederlandse democratie. Vergoelijkend wordt wel gesproken van een constitutionele monarchie en een a-politieke rol voor de koning, waardoor we ons vervolgens af kunnen vragen waar Willem Alexander überhaupt nog een werkpaleis voor nodig heeft.