Hij peilt jaarlijks, rond Koninginnedag, de houding ten opzichte van republiek en monarchie. Ongeveer de helft van de respondenten geeft de voorkeur aan een republiek of staat tenminste welwillend tegenover een republiek. Dit is al jaren stabiel. Wel tekent zich een meerderheid af voor een ceremonieel koningschap.
De spreker verwijst naar zijn artikel: Huis van Thorbecke staat op instorten. Hij vindt de grondwet van 1848 achterhaald, bijvoorbeeld omdat de eerste helft van de 19e eeuw als uitgangspunt is genomen. De laatste 25 jaar is er een kwart van de tijd geen missionair kabinet geweest, tussentijdse aanpassingen gaan langzaam, de invloed van de kiezer is heel indirect en dat is erg ondemocratisch. Zo wordt de minsterpresident, regering of burgemeester niet gekozen. De wereld van nu verandert veel sneller, de regering kan daar niet op inspelen, burgers zijn hoger opgeleid, zuilen zijn verdwenen, de kiezer is assertiever, techniek maakt het mogelijk om sneller de bevolking te raadplegen. Kortom: er moet een nieuw systeem komen om de oude problemen op te lossen en democratisch te zijn. De betrokkenheid van de kiezer moet groter zijn, niet eens per vier jaar en dan nog indirect.
Burgerdemocratie is wat De Hond betreft: de bevolking kiest eens per vier jaar de premier – die zelf zijn regering samenstelt – en de Tweede Kamer om die regering te controleren. De verkiezing van de premier zou moeten verlopen als in Frankrijk. De premier geeft voor de verkiezingen aan hoe hij wil gaan regeren. Er zijn dus twee partijen met mandaten en gescheiden verantwoordelijkheden, er is geen Eerste Kamer meer.
In dit democratisch model maakt de regering wetsvoorstellen, die door de Kamer worden afgewezen (1) of aangenomen (2).
Ad 1) Indien de premier zich hier niet bij wil neerleggen dan kan hij zijn voorstel aan de bevolking voorleggen door middel van een referendum.
Ad 2) Stel dat de bevolking dat toch niet wil, dan is een correctief referendum mogelijk. Het wetsvoorstel mag niet meteen geïmplementeerd worden, dus de bevolking kan zich mobiliseren en proberen het voorstel tegen te houden.
Slechts bij hoge uitzondering komen er nieuwe verkiezingen, tussentijdse verkiezingen zijn onwenselijk. Referenda geven veel extra werk en moeten zoveel mogelijk vermeden worden, dus beide partijen moeten voortdurend hun best doen om draagvlak te houden.
Cruciaal voor dit model: het volk heeft beschikking over zijn eigen lot. Alleen al door het bestaan van mogelijkheden tot correctie zal er niet voortdurend aan de noodrem worden getrokken, maar het feit dat de mogelijkheid er is zal het gevoel van betrokkenheid doen toenemen.
De Hond is helder: dit systeem komt er niet, tenzij er een revolutie komt. Zoals het nu gaat kan niet echter niet doorgaan, en als het in één land begint slaat het over naar andere landen.