Op de dag van van de Opening van de Staten-Generaal in september 2010 (om duistere reden ‘prinsjesdag’ genoemd) gooide iemand uit het publiek een waxinelichthouder naar het vervoermiddel van de koningin. Sinds die dag zit de man, Erwin Lensink, nu al zes maanden in de cel voor een feit waarvoor hij, was het uw of mijn vervoermiddel geweest, hooguit beboet zou zijn.
Het Openbaar Ministerie beschuldigt Lensink ervan dat hij “de koningin, haar troonopvolger en diens echtgenote heeft beledigd, de gouden koets heeft vernield en de intentie heeft gehad de koninklijke familie zwaar te mishandelen”. Na ‘deskundig’ advies (de getuigen-deskundigen spraken zeer kort met Lensink) eist de Officier van Justitie ontslag van rechtsvervolging en opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Om een -nu al vaststaand- ‘afgewogen’ oordeel te kunnen geven wil de rechtbank Lensink eerst ter observatie naar het Pieter Baan Centrum sturen.
De reden waarom Lensink tot zijn daad kwam is bekend: hij bestrijdt op grond van afstamming het recht van de Oranjes op de troon en wil dit aantonen door middel van DNA-onderzoek.
Natuurlijk, je gooit niet met voorwerpen als je het ergens niet mee eens bent. En dat je de aangerichte schade betaalt en zelfs een straf krijgt opgelegd is heel terecht. Maar de overspannen reactie van justitie in dit geval doet toch wel sterk vermoeden dat hier meer speelt dan het afhandelen van een simpel delict. Hier wordt niet Erwin Lensink bestraft, maar wordt het Nederlandse volk voorgehouden dat het afwijzen van de monarchie gelijk staat aan een geestesziekte.
Europa, 2011…….
Leo Verhoef