Afgelopen dagen, tussen de verschillende interviewverzoekjes van journalisten door, ontving ik als voorzitter van het Republikeins Genootschap berichten van enkele leden die stelden buitengewoon teleurgesteld te zijn. De mediastorm rond de miljoenentrip van Willem-Alexander en zijn gezin naar Griekenland was gaan liggen, betuigden de republikeinen. Het excuus van de koning, zoals overgenomen door zo veel kranten, radiozenders en televisieprogramma’s, betekende een definitief einde aan het offensief tegen de monarchie. Kans verkeken. Die berichten raken mij.
Onze strijd als republikeinen is niet ontstaan vanuit de overheid, wordt niet gesubsidieerd en kan ook niet rekenen op miljoenengiften. Het is een strijd die door het Republikeins Genootschap gevoerd wordt door vrijwilligers. Een strijd die zijn oorsprong vindt in discussies aan de keukentafel in Limburg, in lezingen in achterafzaaltjes in Utrecht en op straat in Groningen, Tilburg en Amersfoort. Na jaren actie gevoerd te hebben, verheug ik me er op dat we dit jaar meer dan ooit aandacht van diverse media genieten, vele honderden nieuwe leden hebben mogen verwelkomen en een groei in ons campagnebudget kunnen noteren van bijna 50 procent. En tegelijkertijd realiseer ik me, dat onze strijd nog maar net begonnen is.
Het republicanisme is onderdeel van het publieke debat geworden waarbij het sentiment zich, vooral afgelopen weken, tégen het koningschap lijkt te keren. Dat de storm rond de vakantie van de Oranjes is gaan liggen, wil niet zeggen dat we daarmee als genootschap bij een volgend mediamoment weer van voren af aan moeten beginnen.
Als bestuur hebben we ons als doel gesteld om politieke lobby te bedrijven, aandacht in de media te genereren en kennis en discussie over republicanisme te bevorderen. Daarvoor moeten we, zoals ik stelde in mijn eerste lezing na mijn verkiezing tot voorzitter, continu actie voeren; moeten we kleinere gevechten voeren in plaats van één slag om afschaffing van de monarchie proberen te winnen.
Komend jaar gaat u nog heel veel horen over de rechtszaak die wij als genootschap voeren om de macht van de koning in te dammen en voeren we tegelijkertijd actie voor een sterke verlaging van het soldij van de koning. Daarnaast hopen we als bestuur ook de discussie over de mediacode die de Oranjes aan journalisten hebben opgelegd aan te wakkeren. Dat doen we, gesterkt door stevige contacten bij een groot aantal media, met voldoende vermogen en een groeiende achterban.
Het belangrijkste wapen daarin blijft het gesprek met de zwijgende meerderheid
Tegelijkertijd moeten we de essentie van het genootschap en ons hoofddoel niet uit het oog verliezen: kentering van het publieke debat ten gunste van het republicanisme om zo politieke actie voor afschaffing van de monarchie in Nederland te forceren. Het belangrijkste wapen daarin blijft het gesprek met de zwijgende meerderheid en onze felste tegenstanders; discussies aan de keukentafel, lezingen in achterafzaaltjes en gesprekken op straat die u als lid voert waarin het genootschap faciliteert waar mogelijk.
Moeilijkheid daarin blijft dat aanhangers van de monarchie zich vooral bedienen met emotionele argumenten en Republikeinen bij voorkeur wijzen op feiten en rationele punten. We hebben weliswaar de tijd mee – de brede bevolking eist transparantie van de overheid en verklaarbaarheid over de uitgaven en het functioneren, de monarchie ondertussen overleeft bij schimmigheid en het in stand houden van sprookjes.
Om onze opponenten te overtuigen echter, is het effectiever om vooral te luisteren: waarom worden de Oranjes zo belangrijk geacht? Hoe komen de aanhangers tot hun zienswijze dat Willem-Alexander essentieel is voor de ‘eenheid’ van ons volk en voor onze ondernemers en bedrijven in onderhandelingen in het buitenland? Pas als we bij de kern van de punten van onze tegenstanders komen, zijn wij in staat om hen voor onze zaak te winnen. Een voor een. Van gesprek tot gesprek. Aan de keukentafel, in achterafzaaltjes en op straat.
Ik reken op u.
Goede column vandaag ook van Youp van ’t Hek in NRC. Waar ik ‘wanhopig’ van word is de ‘bindende factor’ die veel Nederlanders de koning toedichten. Vandaag ook weer bij het lezerspanel van De Gelderlander. Allemaal hebben ze het over de verbindende rol. Wat is dit toch voor een onzin? Waarin verbindt hij ons dan? Het lijkt mij, gezien ook zijn jetset- en graaigedrag, meer een splijtende factor. Bovendien, is er bijvoorbeeld in Duitsland dan geen verbinding?
Wat een onzin allemaal om je zo tegen de monarchie te keren als ze privé iets verkeerds doen. Voer gewoon een goed debat over de staatsvorm i.p.v. in te gaan op al die hypes uit de Privé of de Story. Hier maak je jezelf ook kwetsbaar mee.
Kijk zo’n vakantierel is een incident. Dat ebt weer weg. Het meest effectieve is het ontmythologiseren van de Oranjes. Dure staatsbezoeken waar het bedrijfsleven is bij betrokken zijn volkomen nutteloos. Ze leveren niets op en de koning loopt alleen maar in de weg. Het internationale zakenleven werkt gewoon anders. Soldaat van Oranje een megahit, heeft met de werkelijkheid niets te maken. We zijn niet door de Oranjes, maar door de geallieerden bevrijd.