Het artikel van Jan Hoedeman (Voorkant, 10 maart) opent met de vraag hoe koningsgezind Amsterdam is. Tot voor kort was die vraag puur retorisch. Maar nu niet meer. In de aanloop naar de opening van de expositie Amsterdam en de Oranjes in het Amsterdams Historisch Museum werden de resultaten bekend van een door de dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam uitgevoerd onderzoek naar de opvattingen van de Amsterdammers over de monarchie.
Die resultaten waren verrassend.
Zo is 58% van de Amsterdammers het oneens met de rol die het koningshuis thans vervult, vindt 35 procent dat de politieke rol van de monarch moet verdwijnen en wil 23% de monarchie in zijn geheel afgeschaft zien. Eerder verschenen landelijke enquêtes werden meestal uitgelegd als massale steun voor de monarchie. Dat lag sterk aan de vraagstelling.
Als een respondent gevraagd wordt of hij het bestaande wil of iets nieuws, is de steun voor het bestaande een gegeven. Daarom wekt het geen verbazing dat op de vraag: ‘Wilt u demonarchie of een andere regeringsvorm?’ stelselmatig zo’n 80% antwoordt aan de monarchie de voorkeur te geven. Politici, die ervan uitgaan dat het ter discussie stellen van de monarchie gelijk staat aan electorale suïcide, gebruiken deze uitkomsten om de juistheid van hun gecommiteerdheid aan de volkswens – het niet ter discussie stellen van de monarchie – te onderstrepen. Dat het ook anders kan, bewijst het onderzoek van bureau O&S in opdracht van het Nieuw Republikeins Genootschap. Hoedeman noemt voorbeelden van de gespannen verhouding tussen de Oranjes en de hoofdstad, en eindigt met de constatering dat er inmiddels twee republikeinse genootschappen actief zijn. Het voorbijgaan aan de enquêteresultaten, die voor het eerst antwoord geven op de in de aanhef gestelde vraag, is een gemiste kans.
De auteur is voorzitter van het Nieuw Republikeins Genootschap.
Wilt u dit artikel doorsturen? Download hier het originele krantenartikel (PDF, 234 Kb).