Floris Müller is op de Algemene Ledenvergadering van 12 september gekozen als nieuwe voorzitter van het Republikeins Genootschap. Wie is hij en wat is hij de komende jaren van plan?
Gefeliciteerd! Die nieuwe functie kan je mooi op je CV bijschrijven.
Ik vind het een buitengewone eer en natuurlijk ook erg leuk dat ik de club nu mag aanvoeren. Ik ben al zolang als ik weet overtuigd republikein en sinds vier jaar lid van het RG waarvan de laatste drie als secretaris en bestuurder.
Mijn verkiezing als voorzitter zie ik als een geweldige volgende stap. Tegelijkertijd voel ik ook een grote verantwoordelijkheid: Hans (red. Voorzitter Hans Maessen) heeft de afgelopen jaren ongelofelijk veel gedaan. Onder zijn leiding zijn het RG en het NRG samengegaan, hebben we een groot onderzoek gepresenteerd over de Kosten van het Koningshuis en zijn we gaan investeren in online publiciteit; dat lijkt zich nu uit te gaan betalen.
Wat kan er beter volgens jou?
Bij verenigingen heb je het risico dat je verzandt in zinloze discussies; dat je eindeloos aan het vergaderen bent en zo weinig tijd hebt om je standpunten naar buiten te verkopen. Ons doel is om Nederland een republiek te maken, dat moeten we niet vergeten. Daarvoor moeten we continu de bühne op.
Wat bedoel je daarmee?
Hans heeft met het huidige bestuur een begin gemaakt met een omvorming van het RG tot belangenorganisatie. Ik wil die lijn doorzetten: komende jaren hoop ik het republicanisme samen met de andere bestuursleden en de campagnemanager meer onder de aandacht krijgen in Den Haag, in de media en bij de brede bevolking. Dat gaan we doen door crowdfundingacties, actieve aanwezigheid op social media, evenementen in het land te organiseren en ook door regelmatige contacten te gaan onderhouden met politieke partijen.
Je bent afgelopen twee jaar verantwoordelijk geweest voor het mediabeleid – in die functie had toch wekelijks de kranten kunnen bellen?
Vergis je niet: sinds 2017 is onze ‘exposure’, zegge: de aandacht in de media, enorm toegenomen. Ik heb tientallen interviews gegeven op de radio en televisie en aan geschreven media. Als journalist weet ik dat het even duurt voordat je in het kaartenbakje zit bij de ‘grote jongens’ – je wordt niet zomaar gebeld om je mening te geven. Tegelijkertijd moeten we ons realiseren dat het ‘republicanisme’ niet zo sexy gevonden wordt in de media als de glitter en glamour rond de koninklijke familie. Je verkoopt met de roep om meer democratie, geen extra kranten en krijgt er nauwelijks meer luisteraars en kijkers mee. Het blijft een uitdaging om buiten de vaste momenten in het jaar (Koningsdag en Prinsjesdag) de aandacht te krijgen van journalisten.
Helpt het in onze uitstraling dat je jonger bent?
Haha. Zó jong ben ik toch ook weer niet. In april heb ik mijn veertigste verjaardag gevierd. Maar ik snap wat je bedoelt; het RG heeft soms een beetje een naam als boze oude mannenclub. Wellicht dat mijn inzet helpt.
Ik probeer in de media in ieder geval altijd een positieve boodschap te brengen, om perspectieven te schetsen van een prachtige toekomst als republiek en niet te veel in boze reacties te vervallen over de misstappen van de Oranjes. Het RG moet informeren en inspireren en aanzetten tot discussie. Ik vertrouw daarin op de kracht van onze vereniging – we zijn een serieuze club met buitengewoon veel kennis en ervaring in huis.
Je wilt een positieve boodschap over de republiek verkopen, zeg je. Betekent dat dat je minder op de misstappen van de Oranjes gaat richten?
Kijk, ons standpunt, dat een monarchie en democratie niet samengaan, is eigenlijk heel logisch en ik denk ook dat we daarin het overgrote deel van de Nederlanders achter ons krijgen. Daarom proberen verstokte monarchisten, de RVD voorop, de mensen en het instituut aan elkaar gelijk te stellen. Ze spelen de emotionele kaart door bij kritiek op de monarchie te roepen dat Máxima zo mooi is en Willem-Alexander zo populair. Daar gaan we niet in mee.
Aan de andere kant,… Ik heb jarenlang gezegd dat we het als RG niet op de man moeten spelen. Maar daar kom ik toch een beetje op terug: nee, de koning lijkt me geen leuke vent met wie je nog weleens een biertje zou kunnen drinken. Het is een man met buitengewone macht en privileges die door zijn functie verdere democratische ontwikkeling van Nederland tegenhoudt.
In een gesprek met Radio 538 heb je weleens gezegd dat verandering vanuit de jongste generatie moet komen.
Ja, dat klopt. Jongeren zijn een stuk minder gecharmeerd van de monarchie dan ouderen. In 2018 berichtte de NOS nog dat de helft van de jongeren de monarchie niet meer ziet zitten. Dat afgenomen enthousiasme is goed te verklaren: ze vinden de monarchie oubollig, ondemocratisch en te duur.
Ik zie ook dat de jongste generatie weer enorm politiek betrokken is. Zowel online als tijdens demonstraties. Begrippen als vrijheid, gelijkheid en democratie betekenen echt weer wat. Een monarchie past daar niet bij.
Na je verkiezing schreef je dat je er van uit gaat dat Nederland over 20 jaar een republiek is.
Absoluut. Niet alleen bij jongeren, maar onder de hele bevolking, groeit de roep om transparantie en rekenschap van onze bestuurders en politici. Onze allerhoogste ongekozen ambtenaren echter, de koninklijke familie, houden doelbewust schimmigheid over de eigen positie in stand – alles wat de Oranjes naar buiten brengen, kan immers tegen hen gebruikt worden. Dat gaat niet lang goed, helemaal niet in de economische malaise van vandaag de dag. Het kan niet anders dan dat het tot een aanvaring komt tussen de bevolking en de Oranjes. Over de enorme kosten, de ongewone privileges of de onverklaarbare macht van de koning en zijn familie. Ik ben er van overtuigd dat de monarchie in zo’n geval in een referendum wordt afgeschaft.
Mijn vertrouwen daarin wordt gesterkt door de relatief grote steun voor het republicanisme, bijna 25 procent van de Nederlanders zegt af te willen van de monarchie, ongeveer evenveel als dat het Koningshuis in zijn huidige vorm wil behouden. En dat terwijl er miljoenen worden besteed aan de continue verkoop van de Oranjes als onze rechtmatige leiders. Als we de zwijgende meerderheid van de mensen, die in alle onderzoeken aangeven dat ze het eigenlijk niet weten, achter ons weten te krijgen door te blijven informeren over de meerwaarde van een republiek ten opzichte van de monarchie, kan het snel gedaan zijn. Op de lange termijn wint het sterke rationele argument voor democratie het van de duurbetaalde emotionele punten van het Koningshuis.
Je wilt blijven informeren over de republiek. Maar tegelijkertijd zeg je, dat de media dat onderwerp niet zo spannend vinden,…
We kunnen de aandacht krijgen en houden door zelf ‘nieuws te maken’ met goed onderbouwd onderzoek en acties zoals ons rapport over de Kosten van het Koningshuis. Daarmee hebben we niet alleen de opening van het journaal ‘gehaald’, maar is ook onze positie online ook enorm gegroeid: als je nu Googlet naar de kosten van de monarchie, staan onze bevindingen bovenaan. Niemand neemt het officiële kostenplaatje van 49 miljoen per jaar nog serieus – je hoort vooral onze schatting van 350 miljoen.
Online, online, online – het RG moet volledig digitaal worden,…!
Nee hoor, de ledenvergaderingen en borrels en lezingen blijven we houden. Maar tegelijkertijd kunnen we maximaal gebruik maken van de mogelijkheden die het internet ons biedt – je bereikt online veel meer mensen dan met bijeenkomsten in achterafzaaltjes. Dat hebben we wel gemerkt met de online- discussies op YouTube en Facebook tijdens de quarantaine. Daarnaast biedt crowdfunding een kans om door het jaar heen geld op te halen om publicitaire acties te kunnen bekostigen. Met alleen de contributie van trouwe leden, redden we het niet.
Je bent wel behoorlijk gedraaid daarin, zo lijkt het. Twee jaar terug nog adviseerde je het bestuur over fusieplannen met tijdschrift De Republikein en heb je daarna een eigen magazine (het Republikeins Bulletin) in opdracht van het bestuur uitgegeven.
In alles wat we als vereniging doen, moeten we wat mij betreft ons de volgende vragen stellen: wordt het door de leden ondernomen of is het iets wat aan het bestuur wordt opgedragen, bevordert het een duurzaam maatschappelijk debat over de republiek en draagt het bij aan de groei van ons ledenaantal of onze inkomsten? Begrijp me goed, ik ben buitengewoon enthousiast over alle mogelijke initiatieven zoals die door leden naar voren gebracht worden. Maar tegelijkertijd ben ik realistisch: een plan dat alleen interessant is of leuk voor de leden, kunnen we ons niet veroorloven.
Heb je zelf zo’n plannetje klaar staan voor als je voorzitter wordt?
Een jaar terug heb ik op de ledenvergadering gezegd dat ik het land in wil, naar kroegen, theaters en universiteiten om het republicanisme te verkondigen. Maar dat wordt in deze Coronatijd wat moeizaam. Wel wil ik de leden en anderen geregeld bereiken met columns en discussiestukken. Niet alleen over de vereniging zelf, maar vooral ook over het republicanisme. Het gaat immers vooral om de inhoud. Wie weet dat dat in de toekomst ruimte biedt om alsnog elders dan alleen voor onze leden op te treden om onze boodschap uit te dragen.
Het voorzitterschap is geen lichte functie, heb je daar wel tijd voor? Je bent ook nog ondernemer en geeft vijf tijdschriften uit.
Ik zie mijn taak als voorzitter zoals mijn baan als uitgever. Het is geen werk, ik doe het uit overtuiging. Inzet voor het republikanisme geeft me, net als het maken van tijdschriften, ongelofelijk veel energie en bezieling. Dat gezegd kan ik rekenen op een geweldig team; de bestuursleden van het RG hebben ieder hun eigen kracht en laten zelfs in tijden van discussie laten zien dat ze als een blok achter elkaar staan. Ik kijk ook uit naar samenwerking met Hans, die me als ‘gewoon’ bestuurslid zal inwerken en gaat adviseren over alle uitdagingen die komen gaan. Natuurlijk ga ik fouten maken, dat hoort er bij. Ik zie het voorzitterschap dan ook als een groeifunctie – iets waar je bescheiden aan begint en wat je langzaam eigen maakt met steun van de leden. Ik wil daarin vooral met alle leden in gesprek gaan.
één Bram is het koningshuis te sterk 👍