Door Peter Posthumus
Het begon allemaal met de PVV, deze roerde enkele maanden geleden de trom. De gedoogpartij wilde een ceremonieel koningschap en daarmee het staatshoofd uit de regering halen. Dit tromgeroffel werd versterkt door Groen Links, toen Ineke van Gent beloofde binnenkort met een voorstel te komen, waarschijnlijk bedoeld om de charge van de PVV te overstemmen. Dit voorstel is er tot op heden niet gekomen, maar de belofte staat genoteerd.
Door al dit kabaal werd de PvdA wakker, zij riep voor het bepalen van haar standpunt een ad-hoc commissie in het leven. Deze commissie kwam, ruim voor het Kamerdebat, in augustus, met een notitie. Zo ontstond er een meerderheid in de Tweede Kamer voor modernisering van de monarchie dan wel depolitisering van het koningshuis.
Tijdens het debat bleek deze Kamermeerderheid het in principe eens te kunnen worden over belangrijke punten. Helaas bleven de partijen verdeeld over het lidmaatschap van het staatshoofd van de regering. De PvdA wilde de koningin wel uit de Raad van State halen maar niet uit de regering. De overige oppositiepartijen waren voor verwijdering van het staatshoofd uit de regering. Zo brak de PvdA een Kamermeerderheid die een modernisering van de monarchie tot een feit had kunnen maken. Het lijkt erop dat alles bij het oude blijft. De vraag is of dat op wat langere termijn een houdbare zaak is. Het debat hierover is inmiddels geopend.
Een Kamermeerderheid komt niet uit de lucht vallen maar weerspiegelt ontwikkelingen in de samenleving. In dit geval is dat de toenemende kritiek op de monarchie en de meningsvorming over het koningshuis.
De vraag is waarom de PvdA dwarslag en haar poot stijf hield inzake de verwijdering van het staatshoofd uit de regering. Een voor de hand liggende reden is, dat zij de PVV niet de eer gunde. Immers, de PVV had de kwestie aangekaart en wel op zo’n manier dat de oppositiepartijen er niet omheen konden. Dit idee wordt nog versterkt door het standpunt dat de PvdA in het debat innam. Dit standpunt is namelijk strijdig met de opvattingen binnen de sociaaldemocratie. De PvdA, zo blijkt uit haar notitie, is een voorstander van het Spaanse model voor het koningschap. In dit model maakt de koning nadrukkelijk geen deel uit van de regering.
Vreemd genoeg wilde deze zelfde PvdA in het debat dat in Nederland de koning c.q. koningin wel deel blijft uitmaken van de regering.
Bij lezen van de notitie vallen er meer zaken op die wat vreemd aandoen. Zo is de PvdA niet voor een ceremonieel koningschap omdat het koningschap dan ‘genaturiseerd’ wordt. Het woord naturiseren komt niet voor in de Van Dale. Waarschijnlijk suggereert dit woord volgens de schrijvers genoeg betekenis om het gebrek aan argumenten op dit punt toe te dekken.
In de notitie staat ook een korte verhandeling over het lidmaatschap van het koninklijkhuis. Zo zouden Van Vollenhove en zijn koninklijke eega lid moeten blijven van het koninklijkhuis om redenen van ‘hoffelijkheid’. Voor het hanteren van een dergelijk argument moet je wel erg dicht bij de hofcultuur staan. Je hoeft maar een keer een nachtbus in Amsterdam te hebben genomen om te weten dat het woord hoffelijk tegenwoordig wat is weggezakt en voor veel mensen niet als argument gezien wordt.
Toch valt er nog wel wat meer te ontdekken in de notitie . Bijvoorbeeld de formele reden waarom de PvdA tegen haar eigen opvatting in, de Kamermeerderheid teniet deed. Het staat enigszins verstopt, maar het staat erin. In de notitie staat te lezen dat: ‘de commissie haar opdracht heeft aanvaard in het besef dat alleen indien volstrekt onvermijdelijk een pleidooi zou moeten worden gevoerd voor herziening van de grondwet’. Dit betekent, dat de opstellers van de notitie de verzekering hebben gekregen dat er wat betreft de PvdA geen grondwetswijziging aan de orde was. Dan is de conclusie dat er volgens de PvdA ook geen modernisering van de monarchie aan de orde is want daarvoor is een grondwetswijziging nodig. De PvdA wil dus wel moderniseren maar niet echt.
Waarom dan een commissie en een notitie? Waarschijnlijk omdat het wel handig was nog eens op een rijtje te zetten hoe de sociaaldemocratie zich verhoudt tot de monarchie. Op dat punt is de notitie overduidelijk. Het koningschap, althans volgens de notitie: ‘past immers, door zijn erfelijk over te dragen ambt, niet in de democratische realiteit’.
Dit uitgangspunt wordt verder in de notitie niet uitgewerkt. De notitie bespreekt vervolgens alle ins en outs van het koningshuis. Laat alle tegenstrijdigheden bloeien en wringt zich in bochten om het koningshuis te moderniseren en daarmee overeind te houden.
Waarom, zo vraag je je af bij het lezen van de notitie. Vermoedelijk zijn het de innige banden die er in de loop der jaren ontstaan zijn tussen de sociaaldemocratie en het koningshuis. Die gaan wellicht verder dan een gemeenschappelijke voorkeur voor het drinken van thee. Hoe dat precies zit weten we niet. Achter het rookgordijn dat er om de harde kern van de monarchie is opgetrokken liggen vele contacten waarmee het staatshoofd zich doet gelden. Af en toe breekt er wat licht door dit rookgordijn. Inzake de relatie tussen de PvdA en het koningshuis was dat een krantenfoto. Een foto waarop de toenmalige fractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer te zien was toen hij naast Beatrix zat. Op zich niet zo bijzonder, behalve dan dat de foto genomen was tijdens de Bilderbergconferentie.
De opmerking uit de PvdA-notitie over het koningshuis: ‘de sociaaldemocratie spreekt niet zonder ongemak over het koningshuis en zijn plaats in de democratische rechtsstaat‘ heeft hier waarschijnlijk mee te maken.
De last van het sociaaldemocratische ongemak met de monarchie heeft er nu toe geleid dat er voorlopig geen modernisering van de monarchie plaatsvindt. Het ongemak zelf blijft doorzeuren. De Kamermeerderheid weerspiegelt een gevoel in de samenleving dat op z’n minst paal en perk wil stellen aan een middeleeuws instituut dat haaks staat op elementaire ideeën over democratie. Hoe langer veranderingen op dit punt worden uitgesteld, hoe groter die veranderingen zullen zijn. De volgende keer wanneer deze kwestie de kop opsteekt zal het gekozen staatshoofd een reële optie zijn.