Een hoed op Prinsjesdag

Al jaren kijk ik met bijzonder veel plezier naar de hoofddekselschouw die mij op Prinsjesdag wordt aangeboden door de vrouwelijke leden van de Staten-Generaal. Het is een intrigerend gezicht. Een aantal beslist zelfstandige en mondige dames doet één dag per jaar iets waar ze de rest van het jaar niet over peinzen. Ze dragen een hoofddeksel, variërend van het strooien kapje zoals wijlen mijn grootmoeder die had, tot een buitenmodel droogkap of een creatie die doet denken aan een kapseizend vliegdekschip.
Vermoedelijk is hier sprake van een vorm van dwang want het is nauwelijks denkbaar dat deze dames vrijwillig een gedrag vertonen dat zo afwijkt van hun normale leven. Nu is de vraag van wie deze dwang uitgaat.
Het is natuurlijk mogelijk dat de voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal heeft bepaald, dat vrouwen zonder hoed er niet inkomen. Bijkomende vraag is dan of er minimum afmetingen zijn voorgeschreven. Het is ook denkbaar dat dames zonder hoed of een te kleine hoed wel binnen mogen komen maar dan op een strafbankje achter in de zaal moeten zitten. Al dat soort regels is mogelijk want de Staten-Generaal bepaald zelf de orde in de vergadering.
Een andere mogelijkheid is dat het voorschriften van het Hof zijn waar de leden van de Tweede en Eerste Kamer zich maar naar te schikken hebben. Ook dan komt de vraag naar voren of je toch binnen mag komen zonder hoofddeksel of dat je dan wordt weggejaagd door de Hofdames.
Weer een andere mogelijkheid is dat het helemaal geen regel van het Hof is maar dat de damesleden van de Staten-Generaal door iemand is ingefluisterd dat het dragen van een hoofddeksel gebeurt uit respect voor de Koningin, want die zit zelf graag onder een dopje van vorstelijke afmetingen. Mocht dit het geval zijn dan is het een uiterst efficiënte manier van druk uitoefenen om iets gedaan te krijgen dat volstrekt niet meer van deze tijd is.
De vertoning van de hoedjes is in alle nuchterheid beschouwd natuurlijk lachwekkend. Mocht het toch een initiatief van de vrouwelijke leden van de Staten-Generaal zelf zijn, dan is dit zorgwekkend, want de realiteitszin is dan ver te zoeken.
Is er sprake van een vorm van dwang dan is het deerniswekkend voor de dragers die de kracht niet hebben daar onder uit te komen.
Ik zou graag willen weten hoe het nu eigenlijk zit.

Drs. J.A.J.Johannisse
Amstelveen

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *