De Eed aan de koning.
Citaat I. : Wat een slaaf is in het huishouden, is de onderdaan in het staatsbestel,27 maart 2013
kortom een werktuig van de gezagsdrager.
( Hugo de Groot : Het recht van oorlog en vrede. Boek1-deel5-par3.)
Citaat 2 : In de Telegraaf :Het opnieuw beedigen van Volksvertegenwoordigers na
de inhuldiging van de koning is folklore.
( Volksvertegenwoordigers met een vlaggetje en een toeter.)
Commentaar : Erfopvolging is een voortzetting van een reeds bestaand gezag, want
erfopvolging is geen juridische titel van gezag waarmede aan het gezag
zijn vorm wordt toegekend. De monarchie blijft gewoon de monarchie.
Aan dit reeds bestaande gezag hebben volksvertegenwoordigers en ministers bij
hun ambtsaanvaarding hun trouw beloofd of bezworen. De ministers zelfs tweemaal.
De nieuwe beediging na de inhuldiging heeft dus diudelijk betrekking op de persoon
van de koning en geldt dus niet de trouw aan de kiezers of trouw aan de grondwet.
Een reeds beedigde ambtsdrager die trouw zweert aan de nieuwe koning pleegt
daarmede verraad aan zijn mandaat, want van de eed bij de ambtsaanvaarding is
de ambtsdrager niet ontslagen. Immers : de ambtsperiode is met de abdicatie niet
ten einde.
Elke kiezer weet dus ,na de inhuldiging, in wiens dienst de volksvertegenwoordiger
staat op wie bij de recente verkiezingen de stem is uitgebracht.
Een politcus die trouw belooft aan de persoon van een koning corrumpeert het
begrip VOLKSVERTEGENWOORDIGER.
Anthonie Visser Poortugaal. 27 maart 2013