Ja, ja ik weet het, niet iedereen is gecharmeerd van roddel en achterklap, maar ik ben er dol op. Maak je niet ongerust, er moet eerst gewerkt worden, dus de blaadjes leg ik naast mijn bed. Tijdens het symposium vertel ik over mijn vak en de zin ervan. Als er nog meer sprekers geweest zijn, mogen de mensen vragen stellen. En je kunt het geloven of niet, de meeste vragen gaan over het kostenplaatje. Wat kost dit dan, wat kost dat. Mijn mede sprekers krijgen het er warm van en ik trouwens ook. Met rode hoofden zitten we ons vak te verdedigen en ik begrijp wel dat men in de zaal juist niet wil dat er bezuinigd wordt op ons werk, maar het is wel lastig om de vragen te beantwoorden. Omdat ik geen kaas gegeten heb van de financiën, raak ik toch wel wat geïrriteerd, door de overigens zeer betrokken mensen in de zaal. Dan zie ik weer iemand zijn programmaboekje in de lucht steken, ten teken dat hij wat wil vragen. Met het programma boekje wijst hij mijn kant op. “ Hoeveel kosten maakt u eigenlijk gemiddeld voor uw werk ? “ En ineens voel ik dat die schijnwerpers mijn bloed tot een zekere hitte doen stijgen en ik zei – en eerlijk is eerlijk – ik verhef mijn stem een beetje: “ Weet u wie er echte kosten maakt ? “ En dan zie ik mijn mede sprekers mijn kant op kijken en de mensen in de zaal zijn ook ineens stil, het lijkt net een vertraagde film. Van mijn buurman die mij goed kent, krijg ik een enorme trap onder het nette gedrapeerde kleed op de tafel en ik zeg: “U weet het niet ? Laten we ons dan maar bij het vak houden en niet bij de financiën. “ Het geroezemoes zwelt weer aan en als we na de plenaire discussie naar de gang lopen, voel ik dat er iemand mijn arm beetpakt. “ Ik weet wel wat u had moeten antwoorden. “ zegt hij. Maar ik doe net alsof ik het antwoord weet en zeg : “ Uw baas zeker. “ “Nee mevrouw, Beatrix. Beatrix moet bezuinigen.” zegt hij en hij houdt daarbij mijn arm stevig vast. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. “ En haar zoon ook met die vrouw van hem. “ zegt hij alsof hij zijn eerste zin nog eens extra wil benadrukken. Ik knik vriendelijk naar de man, die naar de zaal loopt waar de glazen netjes op een dienblad staan. Maar ik ben doodmoe en loop door naar mijn kamer. Daar liggen de heerlijke lichtvoetige roddels op mij te wachten, niks geen interessant gedoe, gewoon lekker lui lezen. In één van die blaadjes staat een hele verhandeling over het kosten plaatje van onze koninklijke familie en dat liegt er waarachtig niet om. Ons koningshuis is volgens de Belgische Herman Matthijs, het op één na duurste van Europa ! De Engelse Elizabeth heeft vier keer zoveel onderdanen als onze koningin en heeft de hoogste uitkering maar zij betaald wel netjes haar belastingen. In het blad staat, dat, volgens historicus Jan Kikkert, de verhoudingen volkomen scheef gegroeid zijn; koningin Elizabeth, heeft nog steeds heel veel officiële presentaties per jaar, waar tegen koningin Beatrix er een stuk minder heeft. Als we het over het salaris hebben dan hebben we het niet over beveiliging en dergelijke, want als dat erbij gerekend wordt, dan hebben we het over 110 miljoen. Ik schrik ervan, zoveel ! Ik weet van de geschiedenisles wel vaag iets over Oranje toen hij stadhouder was. De Staten generaal waren toen namelijk behoorlijk vrijgevig en deelde dikke pakken geld uit aan de stadhouders. En toen Willem I zichzelf tot koning kroonde en later België erbij kreeg, ontving hij twee en een half miljoen per jaar ( voor die tijd een vermogen en dat per jaar !). En zoals we op prinsjesdag 2009 hebben kunnen zien, komt daar ieder jaar een procentje of wat bij. Of het volk nu ten onder gaat aan de crisis maakt niet uit.
Ineens ben ik niet moe meer en zit ik rechtop in bed. Voor de tweede keer vanavond voel ik het bloed tot een zekere hitte stijgen. Slapen zal niet meer lukken, ik doe snel mijn spijkerbroek aan en met het blad in mijn hand loop ik naar de zaal waar de mensen nog gezellig staan te praten. Als ik in de deuropening van de zaal sta, ziet hij me staan. “Jij kan zeker niet slapen he ? “ vraagt hij. Hij reikt me een glas aan en zegt “ Een jaarverslag en per uur betalen. “ Ik neem een grote slok en zeg: “ Maar ik wordt ook per uur betaald! “ Hij pakt mijn arm en duwt me op de stoelen zegt : “ Niet jij, maar zij. “