Invloed koningin groter dan we denken en groter dan we weten.
Tijdens een discussie tussen Ed van Thijn, Thom de Graaf en Cees Fasseur in de Rode Hoed afgelopen zondag stelde Ed van Thijn(oud burgemeester van Amsterdam, oud minister) dat: ‘de invloed van de koningin groter is dan we denken en groter dan we weten’. De andere ervaringsdeskundige op dit punt, Thom de Graaf (oud minister, burgemeester van Nijmegen), sloot zich hier min of meer bij aan. Cees Fasseur zag deze situatie als positief omdat de vorstin bij het aanwenden van haar invloed kon bogen op meer dan dertig jaar ervaring. Als voorbeeld noemde hij de benoeming van de voorzitter van de rekenkamer, waar niet de aanvankelijke kandidaat voor dit ambt maar staatssecretaris de Koning van financiën benoemd was. Dit door toedoen van het staatshoofd die op grond van haar enorme ervaring natuurlijk wist dat de Koning een meer ervaren en betere kandidaat was. Om deze opmerking van Fasseur goed te kunnen plaatsen is het handig om te weten dat Fasseur tijdens de discussie toegaf bij het schrijven van zijn biografie van Wilhelmina ‘geen last heeft gehad van censuur maar vooral aan zelfcensuur had gedaan’.
De discussie ging over de modernisering van het koningschap onder de titel: ‘de koning aan de ketting’. Vooral Thom de Graaf vond deze modernisering van belang om de monarchie op langere termijn ‘duurzaam te maken in veranderende maatschappelijke omstandigheden’. Op deze wijze kan voorkomen worden dat, althans volgens de Graaf , ‘de positie van het koningshuis ter discussie gesteld wordt vooral vanwege de invloed die het koningshuis zou hebben’.
De ketting waaraan de koning gelegd werd bleek zondag in de Rode Hoed in de praktijk een flinter- dun draadje dat uit drie losse eindjes bestond: geen lid meer van de regering, geen lid meer van de Raad van State en geen rol meer tijdens de formatie.
De discussie spitste zich vooral toe op de rol van het staatshoofd bij de formatie. De Graaf stelde voor om het model te hanteren van gemeenten waarbij na de verkiezingen de grootste partij het initiatief neemt tot college onderhandelingen. Volgens van Thijn kon dit niet. Een regering vormen werd steeds moeilijker volgens hem omdat er geen duidelijke meerderheden waren in het parlement en omdat partijen niet meer door één deur konden.
De heren dwaalden hierdoor vanzelfsprekend af naar België wat ertoe leidde dat de Graaf zijn standpunt ten aanzien van het koningshuis ter plekke nuanceerde: in noodgevallen zoals in België was hij weer wel voor een rol van de koning bij de formatie. Van Thijn had een beter voorstel: hervorming van het kiesstelsel. Na de verkiezingen was volgens hem in het parlement een ‘afkoelingsperiode’ nodig en hij stelde voor om niet de kamer maar de bevolking een formateur te laten kiezen. Een ander idee was om, zoals in andere landen wel gebruikelijk is, de Kamerverkiezingen in twee ronden te laten plaats vinden waardoor er een meerderheid in het parlement ontstaat.
Op een vraag uit de zaal om bij een dergelijke herziening van het kiesstelsel maar meteen over te gaan tot de mogelijkheid een staatshoofd te kiezen waren de heren wel erg duidelijk: eensgezind werd dit voorstel van tafel geveegd. Volgens de Graaf kreeg je dan zoiets als in Frankrijk waar Sarkozy dacht dat hij koning was. Hierbij uiteraard voorbijgaand aan het feit dat Frankrijk een presidentiële democratie heeft en we in Nederland een heel ander staatsbestel hebben waar er voor het staatshoofd dan geen politieke rol meer is weggelegd maar slechts een ceremoniële. Fasseur stelde dat je bij een gekozen staatshoofd tweede-rangs politici als staatshoofd kreeg die weinig prestige genoten. De tegenwerping vanuit de zaal dat het prestige van het toekomstige staatshoofd der Nederlanden, internationaal gezien, niet bepaald eerste-rangs was, vooral niet wanneer hij met z’n schoonvader aan kwam zetten, werd afgedaan.
En daar bleef het bij. De organisator van deze bijeenkomst, de Volkskrant, heeft een kans voor open doel gemist om een fundamentele discussie te voeren over de toekomstige regeringsvorm in Nederland; zodat weer eens duidelijk werd dat deze krant niet de meest aangewezen instelling is om dit soort bijeenkomsten te organiseren.
Peter Posthumus