In haar boek “Wie ben ik dat ik dit doen mag” geeft Dorine Hermans een beeld van zes koninklijke inhuldigingen. Het boek leest gemakkelijk weg en bevat voor de geïnteresseerde tal van leuke weetjes. Voor de republikein zijn die echter van minder belang, het betreft in tè veel gevallen verhalen uit de categorie ‘bouquetreeks’. Kennelijk is de schrijfster geschrokken van het commentaar op haar vorig boek: “Voor de troon wordt men niet ongestraft geboren”, waarover Beatrix heeft gezegd: ‘Dit boek geeft een eenzijdig beeld van mijn voorvaderen’.
Dorine Hermans heeft geschiedenis gestudeerd in Leiden en moet daar de colleges van Cees Fasseur aandachtig hebben gevolgd. Ze noemt de 18de -eeuwse patriotten ‘rebellen’ en wekt de indruk dat Nederland al in 1795 door Frankrijk is geannexeerd, alsof de Bataafse Republiek nooit heeft bestaan, terwijl juist de Bataafse Grondwet een voorbeeld is van democratisch denken. Terloops wordt dan nog het Koninkrijk Holland genoemd met “de niet onsympathieke koning Lodewijk Napoleon”. Deze Lodewijk Napoleon is volgens velen de beste koning die Nederland heeft gehad.
De aanhangers van de ‘DNA-theorie’ worden slecht bediend, hieraan zijn twee zinnen gewijd:
“ De verbazing dat hij (Willem III – red.) überhaupt nog een kind (Wilhelmina – red.) had weten te verwekken, had het gerucht in de wereld geholpen dat hij het niet zelf had gedaan, maar zich in dit opzicht had laten vervangen door zijn adjudant en particulier secretaris De Ranitz, een stelling waarvoor nooit enig historisch bewijs is gevonden. Volgens historicus Fasseur kwam de roddel waarschijnlijk voort uit jaloezie over De Ranitz’ snelle carrière aan het hof”.
Een ander hoogst belangrijk historisch feit krijgt ook aandacht: “Volgens historicus Cees Fasseur zag Juliana graag dat de kousjes van haar dochters een beetje afzakten”. De ongeregeldheden rond de inhuldiging van Beatrix worden afgedaan als zijnde het werk van voetbalhooligans.
Wel interessant zijn de weergaven van de gesprekken die Huub van ’t Hek met Claus heeft gevoerd. Claus zou het gevoel hebben gehad dat de aanpak van Beatrix het einde van het koningschap dichterbij zou brengen. Hij wilde dat Willem-Alexander zich er op zou voorbereiden dat hij misschien nooit koning zou worden en daarom een goede studie moest kiezen, omdat hij mogelijk gewoon zijn eigen geld zou moeten verdienen.
Samengevat: voor wie er € 18.95 voor over heeft een aardige verzameling anekdotes rond de inhuldigingen sinds 1814. Republikeinen kunnen er uit leren dat de poppenkast rond een geldverslindende monarchie van alle tijden is.
Leo Verhoef
Dorine Hermans – Wie ben ik dat ik dit doen mag.
Uitg. Meulenhoff – ISBN 978 90 290 8731 5