Wat iedereen al wist over het Lockheed-schandaal is sinds Mark Rutte’s optreden bij Zomergasten nu ook het officiële Nederlandse regeringsstandpunt. Prins Bernhard liet zich wel degelijk steekpenningen betalen door de Amerikaanse vliegtuigbouwer. Dus hoe zit nu het met de rectificaties die NRC Handelsblad tot drie keer onder druk van de RVD moest plaatsen toen de krant gewag had gemaakt van het prinselijke smeergeld? NRC Handelsblad’s Ombudsman Sjoerd de Jong schreef in december 2015 een verhelderend stuk over de martelgang van zijn krant in ‘De Republikein’.
Tekst: Sjoerd de Jong
Het begon met een onschuldig, lollig stukje.
In De Haagse Staat, een wekelijkse rubriek met parlementaire nieuwtjes, mijmerde chef politieke redactie Kees van der Malen van NRC Handelsblad op 23 januari 1995 over de gedragsvrijheden van leden van het Koninklijk Huis in het licht van de ministeriële verantwoordelijkheid. Aanleiding was de onvrijwillige, gemotoriseerde confrontatie van de vakantievierende kroonprins Willem-Alexander en zijn toenmalige vriendin Emily Bremers met een Zuid-Duitse vangrail (snelheid van 150-160 km/u).
Gevaarlijk! Mocht de kroonprins eigenlijk wel autorijden, net als andere burgers?
Geen kleinigheid dit, want, zo herinnerde Van der Malen zijn lezers, het kabinet Den Uyl had nog stevig ingegrepen bij wangedrag van prins Bernhard. Het kabinet had hem in 1976, zoals iedereen nog wel wist, zijn militaire functies en uniform afgenomen ‘nadat bleek dat hij betalingen van vliegtuigfabrikant Lockheed had aangenomen’.
Afgenomen? Aangenomen?
Direct volgde protest van de Rijksvoorlichtingsdienst. Er was helemaal geen sprake van dat de prins betalingen had aangenomen. Dat had hij nu net altijd ontkend. De commissie van de heren Donner, Holtrop en Peschar, die de Lockheed-zaak uitputtend had onderzocht, had destijds weliswaar vastgesteld dat de prins de fabriek om geld had gevraagd en de fabriek hem wilde betalen, maar niet dat hij het ook had ontvangen.
Bewijzen daarvoor ontbraken, het was geen ,’vastgesteld feit’.
O ja, en dat van het uniform en die functies klopte ook niet.
Een dag later werd de fout al hersteld – en hoe. Met een correctie die bijna zo lang was als het oorspronkelijke stukje. De formulering van de krant deed ‘geen recht aan de vastgestelde feiten’, heette het in de betrekkelijk nieuwe rubriek Correcties & Aanvullingen, ingesteld door toenmalig hoofdredacteur Ben Knapen.
Want: ‘Ten eerste heeft prins Bernhard volgens het rapport van de Commissie van Drie geen betalingen aangenomen. Ten tweede heeft prins Bernhard zelf verzocht hem uit zijn militaire functies te ontslaan. Ten derde besloot de prins zelf af te zien van zijn uniform om zo tot uitdrukking te brengen dat hij zijn functies had neergelegd’.’
Kortom, de krant hees de witte vlag hoog in de mast.
Iets te hoog, achteraf gezien, want dat eerste deel van die correctie was nu ook weer niet helemaal juist: in het onderzoeksrapport staat dat de prins ontkent betalingen van de firma Lockheed daadwerkelijk te hebben ontvangen en dat de Commissie ‘geen bewijzen van het tegendeel [heeft] gevonden’. Toch net iets subtieler dan wat de krant er in die correctie van maakte. En de Commissie was al zo subtiel. Het driemanschap stelt immers hooguit vast dat ze geen bewijzen had gevonden dat Bernhard het geld echt had gekregen – iets anders dan concluderen dat het niet was gebeurd.
Het was niet de laatste keer dat NRC Handelsblad uitgleed over het smeergeld. Sommige fouten blijf je maken, zoals je een eenmaal verhaspelde naam nooit meer goed uitspreekt. En juist met zulke delicate feiten, vastgesteld of niet, luistert dat nauw.
Een jaar later was het weer raak – of nou ja, mis.
Dit keer ging het om een langer artikel (1248 woorden), over steekpenningen in het internationale bedrijfsleven. Onder de kop Corruptiebestrijding komt twintig jaar na ‘Lockheed’ traag op gang (30 januari 1996) stelde verslaggever Jan Gerritsen vast dat smeergeld en corruptie ‘vertrouwde verschijnselen’ zijn in de Derde Wereld ‘en ook steeds vaker in Europa’. En ja, daar was de prins, die ‘ten minste 100.000 dollar ontving’.
Fout!
Schuldbewuste rectificatie, vier dagen later: ‘Dit laatste is niet in overeenstemming met de feiten die door de Commissie Donner in haar rapport zijn vastgesteld’.
Om nu helemaal goed te zitten, vergeleken met een jaar eerder, werd de bewuste passage uit het rapport geciteerd: ook met betrekking tot die 100.000 dollar had de prins ‘uitdrukkelijk verklaard, dat hij het bedrag niet heeft ontvangen, noch erover heeft beschikt. De commissie heeft geen bewijzen van het tegendeel gevonden’.
En, kennelijk omdat de krant inmiddels recidivist was, volgden hoofdredactionele excuses om de zaak af te blussen: ‘De hoofdredactie van NRC Handelsblad biedt Prins Bernhard haar verontschuldigingen aan voor deze incorrecte voorstelling van zaken’.
Opmerkelijk. En ook weer niet helemaal precies: excuses pasten eerder voor de incorrecte weergave van het rapport, zou je zeggen. Of de voorstelling van zaken zelf incorrect was, daar was de commissie ook niet achter gekomen.
Maar goed.
Een jaar lang bleef de krant uit de gevarenzone. Maar toen verscheen, op 7 november 1998, het bericht ‘Juliana dreigde om Lockheed met crisis’. Een kort stukje (274 woorden) naar aanleiding van een NPS-documentaire over het kabinet-Den Uyl. In dat programma beweerden de oud-ministers Westerterp, Lubbers en Vredeling dat Juliana in 1976 had gedreigd met aftreden als het kabinet maatregelen zou nemen tegen haar man. ‘U moet goed weten, hij is en blijft mijn man’, had ze volgens Westerterp tegen de geprangde sociaaldemocratische premier gezegd.
So far, so good. Maar wat voegde de inmiddels tweevoudig berispte liberale krant er nog maar even aan toe? ‘Prins Bernhard ontving ten minste 100.000 dollar’.
Nee-hee, dat was nou juist niet ‘vastgesteld’.
Twee dagen later volgde de correctie. Chagrijniger dan de vorige twee keer, en ook een tikje minder royaal: ‘Dit is nooit bewezen’, meldde de krant bars. En, misschien om toch ook nog een beetje gelijk te halen: ‘Prins Bernhard heeft 62.000 dollar aan inkomsten ”niet kunnen ophelderen’’, aldus de Commissie-Donner’.
De tijden waren duidelijk veranderd; de witte vlag ging nu nog maar halfstok.
Een maand later, op 4 december 1998, kennelijk getergd door de drievoudige fout, ging het intellectuele smaldeel van de krant nu maar eens los. Chef Boeken Hubert Smeets besprak in zijn vrijdagse bijlage het rapport van de Commissie van Drie in de reeks De oogst van onze eeuw, een overzicht van de belangrijkste boeken uit honderd jaar.
Zijn eerste zin: ‘Het is zaak geen fouten te maken’.
Zeg dat wel.
Hij maakte zelf ook geen fout. De rest van de bespreking was al even historisch bezonken. Oud-adjunct hoofdredacteur Smeets, duidelijk van zin eindelijk een streep onder de zaak te zetten, prees de ‘superieure stijl’ van het driemanschap Donner, Holtrop en Peschar. Over hun formuleringen noteerde hij, bijna lyrisch: ‘Dit zijn teksten die literair en juridisch zijn, politiek en feitelijk. Dit zijn alinea’s die je niet nauwkeurig genoeg kunt bestuderen. Dit is het werk van auteurs die misschien niet zo lekker formuleerden als de rechters van nu, maar wel veel preciezer omdat fictie en feit toen nog niet waren versmolten tot “faction”.’
Feit is: er volgde geen correctie meer. Althans, tot tien jaar later.
Want warempel, in 2008 sloeg NRC Handelsblad opnieuw toe.
Vreemd, want de prins was vier jaar eerder overleden – en had in postuum gepubliceerde gesprekken toegegeven dat hij steekpenningen had gevraagd en ook had ontvangen. Of nou ja, hoofdredacteur Martin van Amerongen van De Groene Amsterdammer had een ‘gespreksverslag’ samengesteld van onderonsjes die hij met de hoogwaardige had gehad ten paleize, zonder daar ruchtbaarheid aan te geven.
Ook van Amerongen zelf was al overleden, twee jaar voor de prins, toen dat verslag het licht zag in De Groene. Nog vóór de Volkskrant met eigen geheime paleisontboezemingen kwam (het was blijkbaar een komen en gaan van hoofdredacteuren bij de prins). Tegenover Van Amerongen had Bernhard gezegd dat hij van het door Lockheed beloofde geld ‘het grootste deel’ nooit gezien en de rest had ‘weggegeven’.
Zelfs op de wankele basis van dit oncontroleerbare ‘gespreksverslag’ kon het nu toch niet meer fout gaan, bij NRC Handelsblad?
Toch wel. Veteraan-verslaggever Friso Endt , jarenlang werkzaam voor het Parool, NRC Handelsblad, Time Life en Newsweek, stelde vier jaar na de dood van Bernhard zijn herinneringen aan de prins maar eens op papier voor de krant, in een persoonlijk verhaal: De prins en ik (25 november 2008).
In dat stuk op de Achterpagina lazen we dat de prins twee jaar voor diens overlijden door Endt was gebeld, die van hem ‘een bevestiging voor het aannemen van smeergeld’ had gevraagd. En jawel: ‘Dit keer kwam die wel’.
Voorpaginanieuws op de Achterpagina.
Alleen klopte het niet.
Dit keer was het niet de RVD, maar de auteur zelf die bij de redactie protesteerde: fout, dat had hij helemaal niet geschreven! En inderdaad, zo stond het niet in zijn kopij.
Een flater van de eindredactie, die het rapport van de Commissie en het stuk van Smeets kennelijk niet op het bureau had liggen, maar ook de drie eerdere correcties had gemist, én niet besefte dat hier een leuke scoop de krant werd ingeschreven.
Endt had namelijk wel geschreven dat hij Bernhard twee jaar voor diens dood had gebeld, maar dat ging om iets heel anders: Bernhard zou een fax hebben gestuurd naar het Amerikaanse zakenblad Forbes, om te klagen dat de Oranjes helemaal niet zo rijk waren als het blad had beweerd.
Inderdaad, dat had hij gedaan, bevestigde de prins aan de telefoon. Nadat hij de journalist overigens eerst nog even had laten weten dat hij er ‘al dertig jaar’ zin in had hem op zijn neus te timmeren, wegens zijn berichtgeving over Lockheed. ‘Als die [neus] breekt, hangt hij direct naar links of rechts’, aldus de toen 91-jarige.
Moegestreden maar deemoedig, greep de krant maar weer naar de beproefde Correcties & Aanvullingen. Daarin werd nu gemeld: ‘Door een fout van de redactie staat in het artikel De prins en ik dat prins Bernhard…’
Vult u de rest zelf maar aan.
Sindsdien bleef het rustig in de kolommen.
Althans, wat betreft het smeergeld dat de fameuze, of beruchte, prins van Oranje volgens de Commissie van Drie ooit van een vliegtuigfabriek had aangen…
Ik bedoel, had aangevraagd.