Door Dirk Verbaan
De Raad van State vat zijn taak, op als hoeder van de democratische rechtsstaat, zo lezen we in het jaarverslag van 2010. De Koning levert een eigen bijdrage aan de kenmerken van een levende democratie, volgens het jaarverslag. In het jaarverslag omschrijft de vicevoorzitter de rol van de Koningin als volgt: “De bijdrage van de Koning aan een levende democratie lijkt stelselmatig te worden ondergewaardeerd en zijn mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het politieke proces, worden regelmatig overschat.” Deze uitspraken worden niet met feiten onderbouwd. De erfopvolging van de Koning is in elk geval strijdig met democratische beginselen. De volksvertegenwoordigers zweren of beloven na de verkiezingen trouw aan de Koningin en verliezen daarmee hun onafhankelijkheid ten opzichte van hun kiezers. Daar gaat je democratie.“De bijdrage van de Koningin aan de democratie wordt onderschat”. Daar is wel het volgende over op te merken. De Koningin is en blijft de voorzitter van de Raad van State, heeft daarin verschillende taken en bevoegdheden. Ze stelt als voorzitter het beleid van de RvS vast. Beleid wat ze uiteraard met behulp van enkele trouwe onderdanen zelf opstelt. Verder worden aan haar alle stukken waar de Raad over moet adviseren, omstreeks 600 per jaar, betreffende wetten en maatregelen van bestuur, ter beoordeling voorgelegd. Ook andere stukken zoals Koninklijke besluiten en benoemingen kunnen onder dit regime vallen. Vervolgens worden deze stukken “ter overweging”bij de Raad van State gebracht. En dat alles onder strikte geheimhouding. Het is ondenkbaar dat de Koningin waar zij dat wil geen aanwijzingen geeft voor de commissie van de Raad die het advies moet opstellen. En, nadat het advies is opgesteld gaat het opnieuw ter beoordeling naar de Koningin, waarna het plenaire behandeling ondergaat. In d e adviescommissie en de plenaire vergadering hebben eveneens zitting Willem Alexander en Maxima, zij nemen aan de beraadslagingen deel.
Professor Baron van Haearsolte, Inleiding tot het Nederlandse Staatsrecht, 1972, blz. 72, beschrijft deze procedure mede in verband met de “onschendbaarheid van de Koning en de ministeriele verantwoordelijkheid” als volgt: “Essentieel voor de psychologische aanvaardbaarheid van dit systeem is, dat de buitenwacht niet weet in hoeverre de Koning dan wel de ministers in feite de initiatiefnemer of de beslisser is over een bepaald voorstel of besluit. De vraag naar het Koninklijk aandeel mag niet worden gesteld. Alle gegevens welke tot beantwoording van de vraag naar het Koninklijk aandeel in het proces kunnen dienen worden systematisch aan de openbaarheid onthouden”. Dat is dus niet democratisch. “Transparantie is nu anno 2010, de sleutel van de democratie”.
Wie denkt nog dat Beatrix de touwtjes niet in handen heeft komt bedrogen uit. In de Raad van State bewaakt ze zorgvuldig haar eigen belangen. Inhoud geven aan Monarchie bestendig beleid. Door toe te zien dat geen wetgeving die haar onwelgevallig is zal passeren. En ten leste haar beslissingsmacht bij de ondertekening van wetten en besluiten. Als hoeder van de democratie kan de Koningin een belangrijk besluit nemen: “Aftreden.”
Dirk Verbaan. Leraar Staatsinrichting.